Heb je moeite met de uitleg en kom je er niet direct uit? Geen nood! Speel rustig met de kaarten van het spel de situatie in de spelregels na, om zo het spel te leren kennen.

Heb je alsnog vragen? Neem dan contact op met onze spellenexperts van de klantenservice.

Beverbende

Probeerspel

In Beverbende heb je 3 kaarten met strafpunten voor je liggen. Je mag alleen de kaarten links en rechts bekijken. De middelste kaart blijft ook voor jezelf geheim. Als je aan de beurt bent, trek je een kaart en wissel je die met een van de kaarten in jouw rij. Wie de minste punten aan het eind van het spel heeft wint. Met actiekaarten kun je kaarten bij je tegenstander wisselen, extra kaarten pakken of je middelste kaart bekijken.

Speelmateriaal

23 cijferkaarten met cijfers van 0-6, 9 speciale kaarten.

Kort speloverzicht

Iedere speler heeft 3 kaarten gedekt naast elkaar op tafel liggen. De spelers proberen de kaarten met de laagste waarden te bemachtigen. De speler die na een aantal ronden de minste punten heeft, wint het spel.

Voorbereiding

Schud de kaarten. Iedere speler krijgt er 3, die hij zonder ze te bekijken gedekt naast elkaar voor zich op tafel legt. Leg de resterende kaarten als gedekte sta¬pel op tafel. Draai de bovenste kaart van deze stapel om en leg deze er open naast. Dit is de eerste kaart van de open aflegstapel. Iedere speler bekijkt nu kort de 2 buitenste van zijn 3 gedekte kaarten (even spieken, onthouden en weer gedekt terugleggen).

Spelverloop

De speler die aan de beurt is moet voor één van de 2 volgende acties (A en B) kiezen en deze uitvoeren:

Actie A

De speler trekt een kaart van de gedekte stapel en bekijkt deze. Nu kiest hij uit 3 mogelijkheden:

  1. Hij legt de kaart op de aflegstapel.

  2. Hij ruilt de kaart (als het geen speciale kaart is) tegen één van zijn gedekte kaarten. Vóór het ruilen mag hij zijn gedekte kaart niet bekijken! Hij legt de geruilde kaart open op de aflegstapel.

  3. Gaat het om een speciale kaart, dan mag hij de speciale actie uitvoeren of de kaart zonder gevolgen afleggen.

Actie B

De speler neemt de bovenste kaart van de aflegstapel. Deze moet hij tegen één van zijn 3 gedekte kaarten ruilen.

Let op: de speler mag op deze manier geen speciale kaart pakken. In dat geval moet hij actie A uitvoeren.

Na het uitvoeren van een actie is de volgende speler (met de klok mee) aan de beurt. Is de gedekte stapel leeg, schud dan de aflegstapel en gebruik deze als nieuwe gedekte stapel.

De speciale kaarten

Als een speler voor actie A kiest en daarbij een speciale kaart trekt, mag hij de daarop aangegeven actie uitvoeren. Leg de kaart daarna op de open aflegstapel.

Let op: wordt een speciale kaart vanuit de gedekte hand van een speler op de aflegstapel gelegd, dan mag de bijbehorende speciale actie niet worden uitgevoerd!

Ruilen

De speler neemt 1 van zijn eigen 3 gedekte kaarten en ruilt deze tegen 1 van de gedekte kaarten van een andere speler. Hij mag de kaarten niet bekijken.

999games-image

Spieken

De speler mag 1 van zijn eigen 3 gedekte kaarten bekijken. Leg de kaart daarna weer gedekt op zijn plaats.

999games-image

Twee keer trekken

De speler pakt de bovenste kaart van de gedekte stapel en bekijkt deze. Als de kaart hem bevalt, gebruikt hij deze zoals onder actie B beschreven. Als de kaart hem niet bevalt, legt hij deze op de aflegstapel en trekt hij een nieuwe kaart van de gedekte trekstapel. Hij moet deze kaart dan gebruiken. Het complete spel is met 6 personen te spelen.

999games-image

Einde van een ronde

Als een speler na het uitvoeren van zijn actie denkt dat de waarde van zijn 3 gedekte kaarten laag genoeg is, klopt hij op tafel en zegt “laatste ronde!” Een speler mag pas op tafel kloppen nadat iedere speler ten minste één keer aan de beurt is geweest.

Nadat een speler heeft geklopt, komen alle andere spelers nog één keer aan de beurt. Daarna eindigt de ronde. Iedere speler draait nu zijn 3 gedekte kaarten om.

Heel belangrijk: speciale kaarten hebben geen waarde. Heeft een speler aan het einde van een ronde 1 of meer speciale kaarten gedekt voor zich, dan moet hij deze tegen de bovenste kaart(en) van de gedekte stapel ruilen (trekt hij weer een speciale kaart, dan ruilt hij deze opnieuw, enzovoort). Als meerdere spelers speciale kaarten moeten ruilen, begint de speler die geklopt heeft. Daarna volgen met de klok mee de andere spelers.

Noteer de scores van de spelers op een vel papier. Schud alle kaarten en speel een nieuwe ronde.

Einde van het spel

Er worden zoveel ronden gespeeld als het aantal deelnemende spelers.

Uitzondering: speel bij 2 spelers 4 ronden. De speler die na alle ronden de minste punten heeft wint het spel.

Variant voor gevorderden

Iedere speler mag aan het begin van het spel uitsluitend zijn middelste kaart bekijken.

Ben je nog niet uitgespeeld met Beverbende?

Bestel dan nu de volledige versie van Beverbende!

Sneaky Bastard

Probeerspel

Je gaat een huis kopen! Maar daar heb je wel geld voor nodig. Je gaat daarom niet alleen bieden op huizen, maar ook proberen om als een sneaky bastard de opbrengst van de veiling in eigen zak te steken. In dit veilingspel ben je daarom niet alleen uit op nieuwe huizen, maar ook op het geld dat je tegenstanders voor het huis neer willen leggen. Wie de hoogste waarde aan huizen scoort, wint.

Speelmateriaal

20 geldkaarten met verschillende waarden:

8 huizenkaarten met verschillende waarden:

4 Sneaky Bastard-kaarten:

Kort speloverzicht

De spelers bieden elke ronde met hun waardekaarten op een huis. Heeft iedereen op één na gepast, dan koopt de hoogste bieder het huis. Spelers die niet meer op het huis meebieden en ook niet hebben gepast, kunnen als “Sneaky Bastard” bieden op de waardekaarten die de hoogste bieder voor het huis betaalt. Na 8 ronden is het spel afgelopen. De speler die dan de hoogste waarde aan huizen bezit, is de winnaar.

Voorbereiding

Iedere speler neemt een Sneaky-Bastardkaart en 1 exemplaar van elke waarde geldkaart in zijn hand.

Schud de 8 huizenkaarten en leg deze als gedekte stapel op tafel.

(Bij 3 spelers: leg de Sneaky-Bastardkaart en overgebleven geldkaarten weg. Deze kaarten doen niet mee.)

Spelverloop

Het spel bestaat uit 8 ronden. Elke ronde bestaat uit de verkoop van 1 huis in de vorm van een veiling en eventuele pogingen van spelers om er met het geld van de koper vandoor te gaan. Het spel is afgelopen als alle huizen zijn verkocht.

Aan het begin van elke ronde leggen de spelers de bovenste huizenkaart van de stapel open midden op tafel. Draai ook de bovenste kaart van de gedekte stapel om, zodat de spelers ook al weten wat de huizenkaart voor de volgende ronde wordt. De spelers spelen om de kaart die nu midden op tafel ligt.

De speler die aan de beurt is, moet 1 van de volgende 3 opties kiezen:

  1. Een bod uitbrengen of verhogen

  2. Een Sneaky Bastard-kaart spelen

  3. Passen

Een bod uitbrengen of verhogen

Een bod uitbrengen

Wil de speler die aan de beurt is een bod op de aangeboden huizenkaart uitbrengen, dan legt hij 1 of meer van zijn waardekaarten open op tafel. Hij telt de waarden ervan bij elkaar op en meldt het totaal. Een speler moet altijd ten minste 10K bieden en het bod moet hoger zijn dan een eventueel eerder door een andere speler uitgebracht bod.

Een bod verhogen

Komt de speler later in de ronde weer aan de beurt en heeft hij niet meer het hoogste bod, dan mag hij zijn bod verhogen door er 1 of meer van zijn waardekaarten bij te leggen. Het totaal van al zijn gespeelde waardekaarten moet daarna hoger zijn dan dat van het hoogste bod tot dan toe. Hij mag niet wisselen en geen eerder gespeelde waardekaarten terug op handen nemen.

Opmerking: een speler mag naast geldkaarten ook eerder gekochte huizenkaarten in zijn bod opnemen.

Een Sneaky Bastard-kaart spelen

Wil of kan een speler niet (meer) op de aangeboden huizenkaart bieden en heeft hij nog niet gepast (zie optie 3), dan mag hij in plaats daarvan een Sneaky Bastard-kaart spelen. Hij biedt dan niet (meer) mee op de huizenkaart, maar probeert nu alle in deze ronde door de winnende speler geboden waardekaarten te stelen.

Opmerking: daardoor ontstaan 2 afzonderlijke veilingen: één veiling van de huizenkaart (de biedingen zonder Sneaky Bastardkaart) en één veiling van de voor de huizenkaart betaalde waardekaarten (de biedingen met Sneaky Bastard-kaart).

Hij legt daartoe één van zijn Sneaky Bastard-kaarten voor zich op tafel (eventueel bij waardekaarten die hij eerder in deze ronde al had geboden). Als hij wil, mag hij er direct 1 of meer van zijn waardekaarten bij leggen. Al zijn bij de Sneaky Bastardkaarten liggende waardekaarten vormen zijn bod. Er is geen minimum aan een bod bij een Sneaky Bastard-kaart. Dat zou zelfs 0 kunnen zijn.

Zijn er in een ronde al 1 of meer Sneaky Bastard-kaarten gespeeld, dan moet een speler die een Sneaky Bastard-kaart speelt een hoger bod uitbrengen dan het hoogste Sneaky Bastard-bod tot dan toe. Ook nu mag het bod uit een combinatie van huizen- en geldkaarten bestaan, en hij mag geen kaarten terug in zijn hand nemen.

Opmerking: heeft een speler eerder in de ronde op een huizenkaart geboden, dan neemt hij de daarvoor gebruikte waardekaarten automatisch mee in zijn Sneaky Bastard-bod.

Belangrijk: komt een speler weer aan de beurt en is hij de enige die (nog) een Sneaky Bastard-bod heeft staan terwijl de huizenkaart nog niet is verkocht, dan moet hij zijn beurt overslaan. Hij mag niet passen of zijn bod verhogen. Hij moet de koop van de huizenkaart of een eventueel hoger Sneaky Bastard-bod afwachten. Komt een speler weer aan de beurt en heeft een andere speler een Sneaky Bastard-bod gedaan, dan mag hij waardekaarten bijleggen om een hoger bod te doen of moet hij passen (zie optie 3).

Passen

De speler doet in deze ronde niet meer aan de veilingen mee. Hij stapt pas weer in zodra de huizenkaart voor de volgende ronde in het midden wordt gelegd. Hij neemt al zijn in deze ronde gespeelde kaarten (geboden waardekaarten en eventueel een Sneaky Bastard-kaart) terug in zijn hand.

De huizenkaart kopen

Is er nog maar één speler over die op de huizenkaart biedt (nadat alle andere spelers hebben gepast of een Sneaky Bastard-bod hebben gedaan), dan moet deze speler het huis kopen voor het door hem geboden bedrag. Hij legt de betreffende waardekaart(en) af of geeft deze, indien van toepassing, aan de speler met het hoogste Sneaky Bastard-bod.

Tip: overweeg goed of je je laatste geldkaart wilt besteden om een huizenkaart te kopen. Heb je namelijk geen geldkaarten meer, dan kun je uitsluitend nog met je huizenkaarten bieden.

Het geboden bedrag stelen

Is er nog maar één speler over die een Sneaky Bastard-bod heeft staan (nadat alle andere spelers hebben gepast en de huizenkaart is verkocht), dan legt deze speler de door hem geboden waardekaart(en) en de Sneaky Bastard-kaart af. Daarna krijgt hij alle waardekaarten die de koper van de huizenkaart deze ronde heeft geboden.

Einde van een ronde

De ronde is voorbij als de huizenkaart is verkocht en het geboden bedrag is afgelegd dan wel gestolen. Een nieuwe ronde begint met het midden op tafel leggen van de bovenste kaart van de gedekte stapel (en het opendraaien van de bovenste kaart van de gedekte stapel).

Opmerking: de spelers mogen op elk moment tellen hoeveel kaarten de stapel nog bevat.

Nieuwe ronde

De speler die in de vorige ronde de huizenkaart heeft gekocht, begint in de volgende ronde.

Voorbeeld bij 3 spelers:

Lisa biedt 100K voor het "Huis aan zee" (400K) en legt de geldkaart met waarde 100K op tafel.

Nu is Frank aan de beurt. Hij wil de prijs flink opvoeren en legt 500K op tafel.

Fleur vindt deze prijs te hoog en past. Ze speelt deze ronde niet meer mee.

Nu wil Lisa de prijs verder opvoeren, maar ze heeft daar geen geschikte geldkaarten voor. Ze heeft wel de "Driehoog achter" (200K) en 250K. Ze legt de "Driehoog achter" en 250K op tafel en verhoogt het bod daarmee naar 550K.

Frank houdt het nu ook voor gezien en neemt de door hem geboden 500K terug in zijn hand.

Lisa is verplicht om het huis voor 550K te kopen. Ze legt het geboden geld en het "Driehoog achter" af en neemt de kaart "Huis aan zee" in haar hand. De ronde is voorbij.

Einde van het spel

Het spel is afgelopen na de ronde waarin de laatste huizenkaart is verkocht. Iedere speler telt nu de waarden van al zijn huizenkaarten bij elkaar op. Geldkaarten zijn niets meer waard. De speler met de hoogste huizenwaarde wint het spel. Bij een gelijke stand wint van hen de speler die de hoogste waarde aan geldkaarten over heeft. Is het dan nog gelijk, dan delen de betreffende spelers de winst en stellen wij voor dat ze samen een vastgoedbedrijfje opzetten...

Voorbeeld bij 4 spelers:

Lisa biedt 10K op de "Driehoog achter" (200K).

Frank overbiedt met 10K en legt 20K op tafel.

Robin speelt een Sneaky Bastard-kaart. Ze biedt niet meer mee op het huis. Ze legt er nog geen waardekaarten bij in de hoop dat ze gratis het hoogste bod ontvangt.

Fleur overbiedt Frank en legt 25K op tafel.

Lisa speelt nu ook een Sneaky Bastard-kaart. Zij biedt nu niet meer op het huis en strijdt nu met Robin om het bedrag dat voor het huis wordt betaald. Haar bod is nog 10K (het bedrag dat ze eerder op het huis bood).

Frank verhoogt het bod op de "Studentenkamer" en legt 100K op tafel. Het totale bod op het huis is nu 120K.

Robin legt 25K bij en heeft nu 25K en een Sneaky Bastard liggen.

Fleur past en neemt haar geboden 25K terug in haar hand. Fleur doet deze ronde niet meer mee.

Hiermee wordt Frank met een bod van 120K automatisch de koper van het huis, een koopje!

Maar de ronde is nog niet voorbij, want Robin en Lisa strijden nog om de door Frank te betalen 120K.

Lisa legt 25K bij haar Sneaky Bastard-bod van 10K.

Robin past en neemt haar 25K en Sneaky Bastard-kaart terug op handen.

Lisa wint de 120K die Frank heeft betaald en neemt dit op handen. Ze legt de 35K die ze heeft geboden af en heeft dus effectief 120K - 35K = 85K gewonnen, maar ze is wel een Sneaky Bastard-kaart armer.

Ben je nog niet uitgespeeld met Sneaky Bastard?

Bestel dan nu de volledige versie van Sneaky Bastard!

Take 5

Probeerspel

Speel kaarten en incasseer zo min mogelijk strafpunten! Take 5 bestaat uit 104 kaarten met verschillende getallen. Per ronde kiest iedereen een kaart, die open en in een van vier verschillende rijen op volgorde wordt neegelegd. Zodra je in een rij een vijfde kaart aanlegt, moet je de rij apart voor je neerleggen. Die rij is nu van jou, samen met alle strafpunten die erop staan. Wie aan het einde van het spel de minste strafpunten heeft, wint Take 5!

Speelmateriaal

32 speelkaarten.

Voorbereiding

Schud alle kaarten. Deel iedere speler een aantal kaarten, afhankelijk van het aantal spelers: bij 2 spelers 12, bij 3 spelers 9 en bij 4 spelers 7 kaarten. Leg de bovenste 3 kaarten van de overgebleven kaartenstapel open onder elkaar op tafel. Iedere kaart is de eerste kaart van een rij die inclusief deze kaart maximaal vijf kaarten lang mag worden! De kaarten die nu nog over zijn, zijn pas in het volgende spel weer nodig.

Leg pen en papier klaar.

Spelverloop

Kaarten spelen

Iedere speler legt 1 kaart uit zijn hand gedekt voor zich op tafel. Pas als alle spelers dit hebben gedaan, worden de kaarten omgedraaid.

De speler die de kaart met de laagste waarde heeft gespeeld, legt als eerste zijn kaart in één van de 3 rijen, daarna de speler met de op één na laagste waarde, enzovoort. De kaarten in een rij worden altijd naast elkaar gelegd. Deze procedure wordt herhaald tot iedereen al zijn kaarten heeft neergelegd.

Hoe worden de kaarten aangelegd?

Elke gespeelde kaart past maar in 1 rij. De volgende spelregels zijn van toepassing.

Regel 1: "Oplopende getallenvolgorde"

De kaarten in een rij moeten altijd een oplopende getallenvolgorde hebben.

Regel 2: "Kleinste verschil"

Een kaart moet altijd in die rij gelegd worden waarvan de laatste kaart het kleinste verschil heeft met de nieuw te leggen kaart.

De kaarten 5, 8 en 17 worden gespeeld. De 5 en de 8 worden in de eerste rij gelegd en de 17 in de tweede.

Kaarten incasseren

Zolang een speler zijn kaarten in een rij kan leggen, is er niets aan de hand. Als een rij echter vol is of een kaart past in geen enkele rij, dan moet die speler kaarten incasseren.

Regel 3: "Volle rij"

Een rij is vol met 5 kaarten. Moet een speler naar aanleiding van de eerste 2 spelre¬gels een zesde kaart in een rij leggen, dan neemt die speler alle 5 kaarten uit deze rij. Zijn zesde kaart vormt dan het begin van de nieuwe rij.

Regel 4: "Laagste kaart"

Een speler die een kaart uitspeelt die te laag is om in een rij te leggen, moet alle kaarten van een rij naar keuze pakken. Zijn “lage” kaart wordt dan de eerste kaart van de nieuwe rij.

Een speler legt geïncasseerde kaarten gedekt als "koeienkoppenstapel" voor zich op tafel.

De kaarten 3, 10 en 22 worden gespeeld. De 3 past in geen enkele rij. De speler moet nu een rij kiezen, waarvan hij alle kaarten neemt. Hij kiest rij 3 en neemt de 20. Zijn 3 legt hij als eerste kaart in de derde rij. De 10 komt nu ook in de derde rij, de 22 in de tweede.

Einde van het spel

Het spel is afgelopen als alle kaarten zijn gespeeld. Iedere speler telt nu de koeien¬koppen op zijn geïncasseerde kaarten.

Elke koeienkop is 1 waard. Schrijf de resultaten van de spelers op papier. Daarna begint meteen weer een spel. De speler die na 3 spellen de minste punten heeft, wint het spel.

Ben je nog niet uitgespeeld met Take 5?

Bestel dan nu de volledige versie van Take 5!