Tips om je zelfbedachte spel te verbeteren
Het is leuk dat je óók een spel hebt bedacht, maar zorg vooral dat jouw spel uniek is. Als je kunt zeggen: “Het lijkt voornamelijk op …”, is dat op zichzelf niet onderscheidend genoeg. Stel jezelf de vraag: “Waarom zou iemand mijn spel liever spelen dan het spel waar het mogelijk op lijkt?”
Denk niet alleen vanuit jezelf, maar vooral vanuit de spelers. Wat willen de spelers? Wat vinden zij leuk aan je spel?
Verdiep je in wat er in bordspellenland nu populair is. Het is de jaren ‘20. Monopoly, Levensweg, RISK, Rummikub… Dat zijn allemaal spellen van de vorige eeuw. Enerzijds weet je dan wat mensen tegenwoordig graag spelen, en anderzijds weet je ook of jouw idee misschien niet al bestaat. Dat zou zelfs voor de titel kunnen gelden.
Bedenk je goed dat een uitgever spellen zoekt die een grote groep mensen aan kunnen spreken. Niche-categorieën zijn écht de uitzondering op de regel. Stel jezelf de vraag of je echt verwacht dat heel veel mensen jouw spel leuk gaan vinden.
Je weet écht heel goed welke groep mensen dit spel leuk gaan vinden. Een one-size-fits-all benadering is niet de manier. Een spel kan onmogelijk gericht zijn op zowel jonge kinderen als op expert spelers. Kies een duidelijke richting.
Elk goed spel heeft dus een doelgroep (bijvoorbeeld kinderen, families, studenten, liefhebbers van moeilijkere spellen, enzovoort). Zorg dat het spelconcept, de spelregels en het thema allemaal bij de doelgroep passen.
Misschien was je eerste idee wel een simpel spel voor kinderen, maar werd het gaandeweg toch een moeilijk spel voor volwassen. Of andersom. Of misschien twijfel je nog. Of wil je stiekem toch alle doelgroepen bedienen. Dat laatste werkt niet. Weet goed wat je plan is. We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: Een spel dat geschikt is voor alle mensen bestaat simpelweg niet.
Natuurlijk is jouw kind geniaal en speelt het veel moeilijkere spellen dan gemiddeld voor zijn of/haar leeftijd. Dat is logisch, want hij/zij is ervaren en groeit op met een vader of moeder die ze spellen leert. Denk bij het ontwikkelen van kinderspellen vooral aan het ervaringsniveau van het gemiddelde kind.
Breng het spel terug naar de kern. Haal eerder onderdelen weg dan er nog meer aan toe te voegen. Eenvoud is goud waard. Onderdelen toevoegen, dat kan altijd nog. Uitbreidingen? Hou ze in gedachten, maar kom vooral met het ‘basisspel’.
Kill your darlings. Blijf niet vasthouden aan je eerste idee als je hier continu van anderen negatieve feedback op krijgt. Probeer eens een ander thema. Je wilt een bepaald onderdeel er per se in hebben, maar het werkt niet? Pas het aan!
Verzin een leuke gimmick. Iets dat alléén jouw spel heeft. “Ken je dat spel? Dat is dat spel met die…”
Wanneer je de spelregels schrijft, kom je automatisch allerlei vragen en problemen tegen die je voor jezelf moet beantwoorden of oplossen. Het schrijven van de spelregels helpt je dus bij de ontwikkeling van je spel. Ook door de spelregels door anderen te laten lezen. Maak die spelregels zo kort mogelijk. Welke woorden of zinnen kunnen eruit? Laat zoveel mogelijk weg. Een goeie opbouw van spelregels is:
Korte inleiding, waar gaat het spel over
Doel van het spel in twee zinnen
Een overzicht van alle componenten (liefst met afbeeldingen)
Het spel opzetten (met afbeelding)
De basis speelbeurt uitgelegd (met een voorbeeld)
Uitzonderingen op de regels en extra acties
Einde van het spel en hoe te winnen
Details van kaartjes, vakjes etc uitgelegd
Nadat je de spelregels goed hebt opgeschreven en iedereen begrijpt ze, zorg je dat je de regels van het spel in dezelfde volgorde ook mondeling snel aan wie dan ook kunt uitleggen en daarna aan het spelen bent. Mensen willen altijd zo snel mogelijk spelen en geen college over spelregels. Teveel informatie verslapt de aandacht. Train jezelf hierin. Begin met de kern en laat alle uitzonderingen in eerste instantie achterwege.
Een spelidee wordt pas een goed spel als het veel en vaak door verschillende mensen is gespeeld. Alleen in je eentje testen? Of alleen met je familie of vrienden? Dat is zeer beperkt en levert meestal geen objectieve feedback op. Die familie en vrienden zijn vaak supertrots en durven misschien geen kritiek te geven. Speel vaak en met veel mensen. Spellenclubs zijn hier een prima plek voor. Luister naar die feedback. Gebruik de feedback en pas je spelconcept aan.
Leg het spel uit aan anderen en speel vervolgens zelf niet mee. Dat is de beste methode. Het allerbeste is om dit te doen door middel van geschreven spelregels. Je geeft het dit met het prototype aan mensen, en je bent er vervolgens niet bij als er gespeeld wordt. Maak een soort enquête met heel gerichte vragen. Als dit anoniem is voelt niemand zich bezwaard. Hoe meer anonieme reacties je krijgt hoe beter. Een digitaal formulier voorkomt handschriftherkenning.
Je wilt ons graag laten zien dat jouw spel geweldig is. Maar neem dan wel onderstaande tips mee om de kans te vergroten dat we overtuigd zijn van jouw gelijk.
Het spelmechanisme is veel belangrijker dan de kwaliteit van het prototype. Maar een goed prototype helpt enorm. Zorg dat het tegen een stootje kan en dat het goed op tafel blijft liggen. Het is prima dat je tijdens het testen alles met plakband aan elkaar hebt weten te houden en dat het krom is getrokken of bij drie keer vouwen niet helemaal recht blijft liggen. Tijdens de ontwikkeling blijft het nooit bij een eerste versie. Knip/scheur/plak/kras zoveel als je wilt in het proces. Maar… maak daarna wel een steviger exemplaar om aan ons te tonen: de (voorlopige) eindversie. Dit hoeft echt niet gedrukt te zijn, maar vooral goed speelbaar.
Iets dikker karton kan net het verschil maken. De meeste spellen die we uitgeven gebruiken karton van tussen de 1mm en 2mm dik.
Niks is zo vervelend als kaarten die je niet kunt schudden. Gebruik voor alle kaarten sleeves. Er zijn allerhande sleeves te koop, die in maat en kleur variëren of volledig transparant zijn. Niet alleen bescherm je je kaarten, maar ook kunnen de kaarten makkelijker worden geschud en zijn ze tijdens het spel makkelijker uit te delen. Als je kaarten niet kunt schudden of over elkaar kunt schuiven, zal niemand je spel graag spelen.
Concepten waarbij goed is nagedacht over een logische indeling van kaartjes, een speelbord, kleuren, enzovoort, zullen meer indruk maken.
Goede symboliek maakt een wereld van verschil. Sommige spellen kunnen niet zonder tekst, maar een taalonafhankelijk spel heeft niet alleen internationaal meer potentie, ook speelt het veel intuïtiever dan wanneer je veel tekst moet lezen. Als aan de andere kant elke actie een rebus is, is tekst weer beter.
Maak overzichtskaartjes die heel kort uitleggen wat je in een beurt mag doen of hoe de puntenverdeling is. Dit helpt goed bij het spelen en het begrijpen van het spel.
Gebruik onderscheidende kleuren voor de speelstukken. Dit hoeven niet de definitieve kleuren te zijn, als we ons maar niet vergissen.
Geef de onderdelen duidelijk namen. Niet “een rode kaart” of een “kanskaart”, niet een “blokje” of een “fiche”, maar geef er een thema aan. Bijvoorbeeld een “ontdekkingskaart” of een “goudklompje”. Dan mogen het nog steeds gewoon blokjes of fiches zijn, maar dit draagt bij aan de beleving. Definieer dit goed in de inleiding van je spelregels.
Prachtig artwork maakt een spel twee keer zo goed, maar we kunnen er prima doorheen kijken als jouw spel dat (nog) niet heeft. Als je maar aangeeft wat voor soort afbeeldingen je in gedachten hebt. Je kunt daarbij gewoon plaatjes van internet gebruiken. Een piraat? Een vrachtwagen? Een konijn? een klavertje vier? Alles kun je online vinden. Dat helpt enorm bij het vormen van een beeld over de richting. Een moodboard kan ook bijdragen aan deze richting.